1493-1936: faits divers
Nieuwstad is planmatig tot ontwikkeling gebracht in de 13e eeuw, nog voor in het oude Zutphen in het gebied tussen de markten en de rivier Berkel een gesloten bebouwing tot stand was gekomen. De eerst bekende vermelding van de Nieuwstadskerk dateert van 1272. In 1312 werden de oude en de Nieuwstad verenigd onder één bestuur. Deze periode markeerde het begin van Zutphen’s gouden – 14e – eeuw toen de Hanzestad rijkdommen vergaarde uit de handel tussen het Rijnland, Engeland en het Balticum.
De straat Nieuwstad – pars pro toto – was en is de verkeersader van het stadsdeel, de verbinding tussen de oude stad en Deventer. De grond onder het huidige pand Nieuwstad 42 is sinds de Middeleeuwen bewoond. Het perceel biedt uitzicht op de Mosmarkt, de eigen markt van het nieuwe deel van de stad. Het oorspronkelijke huis had een hoge begane grond met zolder, pas in de negentiende eeuw is een verdieping toegevoegd en is de huidige indeling ontstaan. Daarbij komt dat de buurpanden met de huidige straatnummers 40 (nu kadastraal nummer F9161) en 42 (F9160) lange tijd één gezamenlijk kadastraal nummer hadden, 387. De invoering van het kadaster dateert van 1832.
De oudste bewaarde akte inzake kadastraal nummer 387, Nyerstat aan de Mosmarckt, dateert van 30 januari 1493. Het betreft hypotheekverstrekking door het Sint Anthonisgilde (hypotheekgever) aan Jan Voirvechter en zijn vrouw Alyt. Het kadastrale archief documenteert in de loop der eeuwen een groot aantal eigendoms- en hypotheek transacties. Tot de meest recente daarvan behoren de koop op 23 oktober 1765 van het ‘huis met gruyterij’ door Harmen Wenink en de verwerving in 1827 door Gerrit-Jan Weenink van het ‘huis met grutterij, tuin erachter, stal, waarboven kamers en zolder, ernaast.’

Vanaf een onbekend moment tot 1918 werden de panden Nieuwstad 40 en 42 als één woon-werk pand bewoond, met ‘salon’, ‘suite’ en keuken in nr 42 en winkel en laboratorium in nr 40. Het pand Nieuwstad 42 beschikte niet over een vaste trap naar de eerste verdieping, die trap bevond zich in het pand Nieuwstad 40 en was alleen toegankelijk vanuit de gang van Nieuwstad 42.
Hier woonde van 1898 tot 1918 apotheker J. Hasslo. Hij beschikte over telefoon, nummer 12. De apotheek en het laboratorium bevonden zich in het pand Nieuwstad 40. Op 31 december 1920 woont alleen Mejuffrouw A. Vonk, assistent apothekeres nog in het pand nr 42.
Op 4 oktober 1918 dienden de ongehuwde dames A. M. E. en M. C. Koning bij de gemeente plannen in om de twee panden te scheiden en ieder pand van een eigen trap naar de eerste verdieping te voorzien. De vergunning werd verstrekt, de verbouwing uitgevoerd en pand nr 40 kreeg een eigen keuken. Van 1920 tot en met 1924 of 1925 wonen de gezusters Koning in het pand nr 42, op 31 december 1926 alleen nog mej. A.M.E. Koning.
Twee jaren later woont rijksklerk J. A. Barmentloo in het pand. Hij blijft tot en met 1936. Aan het eind van dat jaar wonen ook leerlingmachinist bij de Spoorwegen K. Ofman en wed. W. van Ojen geb. Vreeswijk hier. In 1937 koopt slager Herman Dormits het pand. Met zijn vrouw, twee zonen, zijn oudere broer Joseph en hun nichtje Rijntje betrekt hij de woning.
Het perceel omvat in 2020 drie aparte gebouwen: het 19e eeuwse pand gelegen aan de straat met als adres Nieuwstad 42; het telt drie woonlagen: begane grond, eerste en tweede (zolder) verdieping. Het oorspronkelijke huis stond, achter een grote voorplaats, op de huidige betegelde kelder die dateert uit de 15e eeuw. Het huis is ca 1800 afgebrand en daarna afgebroken. Op de betegelde kelder is in 2022 een nieuwe woonkeuken gebouwd.
Dwars op en schuin achter dit gebouw staat het veel oudere achterhuis met een dubbele, gewelfde kelder waarvan wordt gezegd dat deze dateert uit 1630. Het achterhuis is duidelijk zichtbaar op een kaart van Joan Blaeu uit 1650. Aan de buitenkant van de kopse muur van dit achterhuis is de bovengenoemde woonkeuken gebouwd, bovenop de grote kelder waarop het oorspronkelijke huis heeft gestaan. Onder het plaatsje tussen het pand Nieuwstad 40 en het achterhuis van Nieuwstad 42 bevindt zich een gewelfde doorgang die in WOII doorbroken is geweest en nadien dichtgemetseld.
Het achterhuis is lange tijd onderdeel geweest van het perceel Nieuwstad 38. In maart 1930 werd hier het Zutphense filiaal van de Almelose chemische wasserij Palthe gevestigd. Pas rond 1975 is Palthe hier vertrokken.
Tenslotte staat op de grens van de tuin en het Oude Wijvenhofje het voormalige pakhuis / slachterij dat sinds de brand van maart 1954 niet is gerenoveerd. De ouderdom van de nog staande muren is onbekend. Volgens de overlevering zou op deze plaats ooit een grutmolen hebben gestaan. Langs de voorgevel van dit gebouwtje loopt het tracee van de Nieuwstadskerksteeg in het verlengde van de steeg met ingang Halterstraat 15, het middeleeuwse pad tussen de oude stad en de hoofdingang van de Nieuwstadskerk. Van deze steeg bestaat tegenwoordig alleen nog het gedeelte tussen de Lievevrouwestraat en de Isendoornstraat.
Vervolg: De familie Dormits, 1937-1954
Belangrijkste bronnen W. Th. M. Frijhoff et al. (red), Geschiedenis van Zutphen. Zutphen, Walburg Pres, 2003; Willem Frijhoff et al, Historische atlas van Zutphen. Torenstad aan Berkel en IJssel. Nijmegen, Vantilt, 2011; Jeroen Krijnen, ‘Nieuwstad 42; Bouwsporen in Zutphen’, Zutphen Monumentaal 2008, 4-5; Regionaal Archief Zutphen, Historisch kadaster, dl. 1; Adresboeken en Jaarverslagen online.