Frédéric Bruly Bouabré

29 april – 10 augustus 2023, Kunstkamer de Grutmolen

Sommigen zien in hem de nestor van de hedendaagse Afrikaanse kunst: Frédéric Bruly Bouabré. Hij komt van buiten de Eurocentrische kunstwereld – maar maakte hij Afrikaanse kunst? Of was hij een mondiaal kunstenaar die de Afrikaanse cultuur tot uitdrukking bracht? Sans doute was ‘FBB’ een ontdekkingsreiziger die de zin en betekenis van de dingen bloot wilde leggen en wilde documenteren. Van álle dingen. Sinds de vroege jaren ’70 hanteerde hij dagelijks ballpoint en kleurpotlood om daarmee zijn inspiratie over te brengen op karton van briefkaartformaat. Hij noemde het ‘connaissance du monde’, kennis van de wereld en schiep daarmee een uitgesproken Afrikaanse encyclopedie van universele kennis en ervaring. FBB liet vele duizenden briefkaart-formaat kunstwerkjes achter. Kunstkamer de Grutmolen exposeert de meest omvangrijke Nederlandse verzameling daarvan, precies honderd. Tijdens de voorbereiding van deze tentoonstelling in Zutphen toonde het MoMA in New York een grote overzichtsexpositie van zijn werk.

Frédéric Bruly Bouabré was een zoon van het Bété-volk in Ivoorkust. Hij werd geboren in Zéprégühé nabij Daloa, zes busuren reizen ten Noordwesten van de hoofdstad Abidjan. Als geboortejaar worden afwisselend genoemd 1919, 1921 en 1923. Bruly had een ontspannen Afrikaanse houding ten aanzien van het verstrijken van de tijd. In het spreekwoordelijke gezegde van de Bété: Hoa zele, zele: probeer maar niet de sterren te tellen (‘on ne compte pas les étoiles’). Het preciese geboortemoment en dus geboortejaar doet er niet toe.

Gegeven dit ontspannen tijdsbegrip, is het opmerkelijk dat FBB vrijwel ieder werk heeft gedateerd, op de dag precies. Pas in 1989 – hij was bijna zeventig jaar oud – werd hij voor het eerst buiten Afrika geëxposeerd, op de groepstentoonstelling Magiciens de la terre in het Centre Pompidou in Parijs. FBB overleed in januari 2014. Hij werd dus ruim negentig jaar oud.

Frédéric’s vader was ceremoniemeester en tovenaar van een stamgroep van het Bété-volk en tevens vertegenwoordiger van het Franse gouvernement. Hij had een aantal vrouwen en veel kinderen. FBB was de enige zoon van zijn moeder en genoot als zoon van de dorpsoudste het voorrecht vanaf 1931 naar school te kunnen gaan als ‘zwart-wit’ kind, een zwart kind dat naar de school van de blanken mocht. Eerst in Daloa, later (1939-40) de Ecole primaire superieure in Bingerville net buiten Abidjan. Al spoedig werd hij daar ‘le poète’ genoemd, de dichter. Hij raakte verliefd op de Franse taal, wilde schrijver worden als de grote Franse schrijvers en leerde ook tekenen. Maar de jonge Bruly nam deel in een protest tegen de slechte schoolvoeding en werd daarom in 1940 van school gestuurd. 

In 1941 meldde hij zich vrijwillig bij de Franse marine en de rest van de oorlog werd hij ingezet bij burodienst in Dakar. Hij woonde 13 jaar in Senegal en begon daar te lezen. Het was daar, in Dakar, dat hij in de ochtend van 11 maart 1948 op weg naar kantoor een ‘zonnevisioen’ kreeg:

De hemel opende zich voor mijn ogen en zeven kleurrijke zonnen cirkelden in schoonheid om hun moederzon. Ik werd sjeik Nadro, hij die nooit vergeet.

Serie Vision du 11 mars 1948, ongedateerd:

In de jaren ‘50 trok FBB de aandacht van de Franse natuuronderzoeker Théodore Monod (1902-2000). Monod was in hem geïnteresseerd omdat Bruly een ‘alfabet’ had bedacht, bestaande uit 448 lettergreeptekens. Deze taalnotatie was niet specifiek voor het Bété maar zou álle menselijke geluiden aan kunnen. Daarmee was ze een uiting van de kern van zijn denken: het verenigen van de mensheid. (1) Zijn streven was ‘om op het toneel van het menselijk leven een uitgesproken Afrikaans schrift te vinden’. ‘Dit is een lettergreep-alfabet dat is genoteerd op basis van de klank.’ Hij werd daarom wel vergeleken met Jean-Paul Champollion (1790-1832) die de Egyptische hiëroglyfen wist te ontcijferen.

In 1980 stelde hij dat de hervonden onafhankelijkheid van zwart Afrika (dan nog minder dan twintig jaren oud) onvolledig zou blijven zolang Afrika zich bediende van het alfabet van de kolonisatoren, het Latijnse. Afrika werd toen nog gezien als het continent zonder eigen schrift. De Arabische wereld had zijn eigen alfabet dat het culturele erfgoed van vele eeuwen in zich borg, hetzelfde gold voor het Aziatische continent (de Chinese karakters). En de Egyptische hiëroglyphen ‘zijn heel lang geleden uit het Afrikaanse leven verdwenen’. Daarom, vond Bruly, had Afrika nu een eigen alfabet nodig, het bété-alfabet. (2)

14 december 1992

FBB sprak vaak in parabels, half sprookje en half moralistisch verhaal, waarin ieder dier zijn eigen karakter heeft. De gorilla is luidruchtig en een luie denker, de aap is lollig en de spin gewiekst. Dieren, planten, de aarde en de zon, ze spreken allemaal met elkaar. Het werk van Bruly Bouabré is goed te beschouwen als art brut, voortzettingen van Afrikaanse rotsschilderingen… of van reclameaffiches. Hij verbindt de traditie met het moderne. Zijn schepping is contemporaine kunst en ethnografie tegelijk.

John Löwenhardt

Noten
(1) Publikatie uit 1980, Alphabet Bété, afgedrukt en in Duits vertaald in FBB catalogus 1994, 110-116.
(2) Alfabet op kaarten, 1991-92, in catalogus pp. 117-32. 

Literatuur
Frédéric Bruly Bouabré. Berlijn, Haus der Kulturen der Welt, 1993
Frédéric Bruly Bouabré, Domin et Zéze, légende de Fréderic Bruly Bouabré. Parijs, Éd. Hazan/Revue Noire, 1994

Terug naar het Tentoonstellingsarchief